
In 2021 stapte ik het onderwijs in. Eerst als onderwijsassistent, op het moment van schrijven als Leerkracht in opleiding en straks hopelijk als gediplomeerd leerkracht. In 'Meester Marijn' neem ik je mee de klas in en vertel ik over mijn avonturen in het onderwijs.
Als mensen me vragen waarom ik meester wilde worden, dan antwoord ik nooit dat ik het zo leuk vind om rekenen, spelling, taal of aardrijkskunde te geven. Zelfs geschiedenis – mijn eigen lievelingsvak – bracht mij niet in het onderwijs. Het antwoord is altijd van dezelfde strekking: ik werk graag met kinderen en ik wil ze iets van het leven leren.
Die behoefte om kinderen meer te leren dan kennis komt vanuit mijn eigen jeugd. Ik was redelijk slim, maar ook onzeker en sociaal niet sterk. Ik groeide op in een gesloten omgeving waarin ik veel leerde, maar nauwelijks leerde om met het leven om te gaan. Op school ging het niet over de dood, de liefde, het wereldgebeuren of mentale gezondheid. Ik leerde niet hoe ik met angst, verdriet en onzekerheid om moest gaan. Daarom leerde het leven mij die les zelf op de middelbare school. The hard way. Depressies. Eenzaamheid. Angststoornissen.
Het echte onderwijs
Daarom is het vanaf dag 1 mijn missie om kinderen iets bij te brengen over het leven, voordat het leven het zelf doet. Helaas verbaast het me nauwelijks meer hoeveel van de kinderen die ik les mag geven al te maken hebben met enorme angsten, eenzaamheid en sombere gedachten. Daar wil ik juist het verschil in maken. Natuurlijk geniet ik van een leuke, goede les en het samen ontdekken van de kennis. Natuurlijk ben ik soms trots op mezelf als ik rondom een les heb uitgepakt en het was interessant en leerzaam. Toch schuilt het echte onderwijs voor mij niet in die overdraagbare kennis. Het echte onderwijs schuilt daar waar kennis tekortschiet en waar het antwoord te vinden is in wijsheid en menszijn.
Onderwijs ligt daar waar een kind in de klas vertelt dat haar opa doodgaat aan uitgezaaide kanker. We leren te troosten. We leren de klasgenoot vragen te stellen. We leren de klasgenoot aangeven waar het behoefte aan heeft en de anderen om daarnaar te luisteren.
Onderwijs ligt daar waar ruzies zijn. We leren eerst naar ons eigen gedrag te kijken voor we beschuldigen. We leren het perspectief van de ander te zien. We leren elkaar laten uitpraten. We leren te kijken naar waarom we nou zo boos worden. We leren onze eerste reactie uit te stellen en zo rustig te blijven.
Onderwijs ligt daar waar kinderen gevangen zitten in negatieve gedachten. Zo viel me een keer op dat kinderen ontzettend veel klaagden bij het begin van de les. En dat tijdens de les heel veel kinderen onzeker waren over hun eigen kunnen. Daarop tekende ik spontaan een berg op het bord. ‘Deze berg is deze les. Deze berg is school. Deze berg is het leven. Deze berg is alles wat je moeilijk vindt’, zei ik.
Stenen in je reiskist
Onderaan de berg stond een poppetje. ‘Dit ben jij. En jij moet die berg op. Of je nou wil of niet. Maar je hebt zelf wel de keuze hoe moeilijk je die beklimming maakt. Je moet namelijk een reiskist meesjouwen. En je hebt elke keer als je onderaan de berg staat of als je onderweg bent twee opties: of je stopt een steen in je reiskist en het wordt zwaarder. Of je hangt een ballon aan je reiskist, die de kist een beetje optilt en dus makkelijker maakt.’
‘Je stopt er een steen in wanneer je denkt: ik heb hier geen zin in. Ik ga het niet doen. Ik kan het toch niet. Ik wil dit niet. Ik ben toch een mislukkeling. Ik ga hier niks van leren.’ De kinderen wisten nog talloze andere voorbeelden te noemen. ‘Je hangt er een ballon aan wanneer je denkt: ik heb er geen zin in, maar als ik meteen begin ben ik ook snel klaar. Ik ben goed zoals ik ben. Misschien kan ik er wel iets van leren. Ik vind het moeilijk, maar ik zet door. Ik ben bang dat ik het niet kan, maar ik probeer het toch en anders vraag ik om hulp.’ Ik tekende er twee poppetjes bij, die hielpen de kist te sjouwen. ‘Als je om hulp vraagt, wordt je reis ook makkelijker.’
We leerden dat negatief denken ons tegenhoudt en dat positief denken ons helpt. We leerden hoe we zelf invloed kunnen hebben op de reis die we maken. We leerden dat hulp vragen goed is. We leerden hoe we elkaars reis makkelijker kunnen maken. We leerden dat het soms pittig is en dat we dan toch moeten doorzetten.
Het was een spontane, niet-voorbereide les, maar ontzettend waardevol. Ik herinnerde de kinderen er daarna ‘s ochtends regelmatig aan of ik wees ze erop bij geklaag of een uitgesproken negatieve gedachte: ‘Hee, merk je het? Je stopt nu een steen in je kist!’. Een mooi moment was toen een meisje tijdens de rekenles naar me toe kwam: ‘Meester, ik heb stenen in mijn reiskist. Wilt u helpen ze eruit te halen?’
In een herinneringenboekje dat mijn lieve LIO-klas voor mij maakte bij het afscheid was een vraag: ‘Wat heb je van Meester Marijn geleerd?’ Er waren veel leuke antwoorden: breuken, lezen, boekbespreking of (creatief) schrijven. Maar het waren andere antwoorden die ik met me meedraag, omdat ik die lessen graag zelf had geleerd als kind en omdat het mijn missie is om juist deze dingen aan de kinderen te leren:
‘Die les met die stenen’
‘Hoe ik rustig moet blijven’
‘Zelfvertrouwen’
Reactie plaatsen
Reacties