Meester Marijn #13: Wanneer krijgt een kind nog rust?

Gepubliceerd op 5 mei 2025 om 20:40

In 2021 stapte ik het onderwijs in. Eerst als onderwijsassistent, op het moment van schrijven als Leerkracht in opleiding en straks hopelijk als gediplomeerd leerkracht. In 'Meester Marijn' neem ik je mee de klas in en vertel ik over mijn avonturen in het onderwijs.

Mama gooit mijn kamerdeur open en roept dat het tijd is om uit bed te komen. Ik kijk op mijn wekker. 7.00 uur. Ik ben al lang wakker. Rond 6.00 uur begon mijn kleine broertje te krijsen. De muren zijn te dun om door dat luchtalarm heen te slapen. Ik kon niet meer slapen, ook al ben ik doodmoe. Vannacht kon ik weer niet zo goed slapen, dat is al de zoveelste keer deze week.

Zuchtend stap ik mijn bed uit en nog in mijn pyjama en met een slaperig hoofd loop ik de woonkamer in. Daar zit mijn broertje, luchtalarm 1, op volume 20 Peppa Pig te kijken op ons tv-scherm, die bijna net zo groot is als de hele muur. Ik kijk meestal op volume 10 tv, maar ik begrijp het wel. Op hetzelfde moment gaat mijn zusje, luchtalarm 2, af. Ze zit aan de keukentafel in een soort worsteling met mijn oververhitte moeder, die uit volle macht een boterham naar binnen probeert te proppen. Succes, ma.

Ik slof naar de keuken en probeer me af te sluiten. Ik ben hier nog helemaal niet klaar voor. Ik smeer een boterham met chocopasta en ga terug naar mijn kamer, waar ik even later aangekleed uit terugkom. Zodra mama mij ziet, gilt ze dat ik ‘snel mijn brood moet smeren en mijn tas moet pakken want we gaan over 10 minuten weg en we zijn eigenlijk al aan de late kant want luchtalarmpje 2 wilde per se haar Mickey Mouse-shirt aan en toen moest ze weer helemaal worden omgekleed.’ Alsof ik dat net niet heb gehoord in dit kleine hok.

Ik staar naar buiten door het autoraam. Luchtalarmpje 2 zit voorin keihard mee te zingen met Juf Roos. Mijn broertje zit naast me en speelt Roblox op de tablet. Als we zijn uitgestapt scheurt mijn moeder keihard weg, om nog een béétje op tijd op haar werk te zijn. Sta ik dan, tussen de gillende kinderen op het schoolplein. Ik ben doodmoe. Ik kijk op mijn horloge. 8.20 uur.

De volgende uren gaan in sneltreinvaart aan me voorbij. Het digibord vertelt me wat ik moet doen. Ik probeer wat te lezen, maar iedereen tettert er doorheen. De juf begint als een a-ritmische idoot in haar handen te klappen, maar niemand luistert. Als de klas dan eindelijk 3 stille minuten naar de juf heeft geluisterd, moeten we onze chromebook pakken. Rekenen, opletten, meeschrijven, nee opnieuw, verlengde instructie, zelfstandig werken. Ik kan niet nadenken omdat de kinderen achter mij steeds blijven praten. Ik voer een fout antwoord in en krijg een dikke rode streep op mijn scherm van dat stomme Snappet. Ik kan ook niks goed doen.

Na de rekenles moesten we van de juf opeens springen enzo. Was best leuk hoor, maar jongens wat een herrie. Nu hebben we pauze en kijken we het Jeugdjournaal. Iedereen schreeuwt keihard door elkaar heen als we moeten reageren op een stelling. Ik zit vooral na te denken. Ik voel me onrustig en bang. Wat als er hier ook oorlog komt? Hoe groot is de kans dat wij overstromen eigenlijk? Ben ik een loser omdat ik geen TikTok heb? Ik weet niet wat skibidi betekent.

Na de pauze krijg ik bij spelling weer superveel rode strepen. De juf zegt dat ik te slordig ben en mijn werktempo te laag is, maar zij moet er gewoon voor zorgen dat de kinderen achter mij stil zijn. Ik krijg weer een rode streep van Snappet: ik had bij spelling per ongeluk een spatie achter het woord gezet. Mag ik gewoon verdwijnen?

Om half 3 is de school uit. Eindelijk verlost van mijn hyperactieve klasgenoten. Ik sjok zo langzaam mogelijk naar de BSO, want daar zitten weer een paar schreeuwlelijken op me te wachten. En weer een paar juffen die me niet met rust kunnen laten en vinden dat ik de hele tijd iets moet doen. De laatste keer dat ik even een half uurtje in een hoekje zat te ontprikkelen zei één zo’n mens tegen mijn moeder dat ik ‘sociaal achterbleef op andere kinderen van mijn leeftijd.’

Ik blijf hier tot half 6. Om 5 uur zijn de meeste kinderen weg en kan ik even een half uurtje tot rust komen. Ik lees een Donald Duckje. Ik zit er net lekker in als ik opeens druk getoeter hoor. Ik kijk naar buiten en zie mijn vader gehaast wenken. Snel pak ik mijn spullen en sprint naar de auto. ‘Hè, hè’, zegt mijn vader. ‘Je weet toch dat ik op dinsdagavond altijd weg moet. Waarom duurde het zo lang?’ Ik zeg niks, terwijl mijn vader zijn hybrid superzuinige comfort deluxe computer op wielen vol gas de wijk door knalt.

We eten gehaast, want mijn vader moet dus weg. Ik plof na het eten op de bank en zet Netflix aan. Luchtalarmpje 2 vecht krijsend voor 5 minuten langer opblijven, luchtalarmpje 1 wil de tablet niet afgeven. Ik kijk een actiefilm met Jason Statham. Iedereen wordt kapot geknald. De explosies verlichten het hele huis. Even later is het eindelijk rustig in huis, wat betekent dat ik de PlayStation aan kan zetten zonder dat mijn broertje ook jankt dat hij mee wil doen. Ik speel eerst een paar potjes Call of Duty en dan nog even GTA: ik beroof een bank en probeer vijf sterren politie af te schudden, wat uitmondt in een totale slachtpartij, waarbij ik elke agent omleg en daarna een helikopter jat om te ontsnappen. Niemand krijgt mij wasted.

Mijn moeder zit scrollend op haar telefoon naast me. Ze ziet er moe uit. Als ze zegt dat ik naar bed moet, rek ik nog zeker een kwartier om zoveel mogelijk stuntjumps te doen op GTA en ga na een snelle tandenpoets in bed liggen. De wekker geeft aan dat het 22.15 uur is, eigenlijk veel te laat voor mij. Ik voel me klaarwakker. Ik hoop dat ik kan slapen.
Moeten wij eigenlijk vluchten als er oorlog komt?

Vanuit de verhalen die ik van kinderen uit de praktijk meekrijg, is dit voor veel van onze basisschoolkinderen een doorsnee dag. Ik benijd ze niet. Ik denk terug aan de thee die ik altijd kreeg uit school en dat ik daarna naar buiten ging of uren op de vloer met de Playmobil lag te spelen. Er komt zo ongelooflijk veel op onze kinderen af. Ze worden in een tunnel van constante prikkels gezogen, waar geen ontkomen aan is. Daarom is dit altijd mijn favoriete moment in de klas:

Tijdens een rustige activiteit als schrijven of lezen -handvaardigheid kan ook als je het goed doet- zorg ik dat het helemaal stil is in de klas. Dan zet ik het digibord op ‘alleen luisteren’ en gaat het scherm op zwart. Op YouTube zoek ik dan naar urenlange filmpjes die titels hebben als Relax Your Mind, Stop Overthinking, Ultra Calm,12 Hours of Magical Winter Wonderland 4K with Peaceful Relaxing Music Stress Relief and Comfort of Focus Music for Work and Studying, Background Music for Concentration, Study Music.

Alle kinderen halen weer even adem en concentreren zich rustig op hun taak, terwijl boterzachte muziek het lokaal vult. Niemand zegt iets. Alle hoofden naar beneden gebogen. Iedereen zit voor het eerst die dag in een zenbubbel en vindt het heerlijk. De wereld buiten bestaat even niet. De atmosfeer in het lokaal is plotseling magisch. De kennismachine die school heet is gestopt met dreunen en snort nu lieflijk en onhoorbaar toch door. Zelf voel ik ook de stress van de dag wegvloeien en neem even een momentje om rustig rond te kijken naar mijn lieve klas en te genieten van dit samenmoment. Ik laat ze een paar minuten extra lang lezen, schrijven, tekenen en relaxen. Hard werken kan altijd nog. Ik benijd deze kinderen niet; wanneer krijgen zij hun rust?

‘Meester, wilt u straks weer van die chille muziek opzetten?’
‘Is goed, jongen, is goed. Ga maar lekker rustig lezen.’

Reactie plaatsen

Reacties

Annemarie Ruben
10 dagen geleden

Dag Marijn,

Zomaar even het volgende bericht als oud-docent aan jou. Wat gaaf, dat je een eigen website hebt en zelfs een boek geschreven, met de hand toch😀!?

Hartelijke groet,
Annemarie Ruben