Meester Marijn #7: Hartentaal

Gepubliceerd op 5 mei 2025 om 18:30

In 2021 stapte ik het onderwijs in. Eerst als onderwijsassistent, op het moment van schrijven als pabo-student en straks hopelijk als gediplomeerd leerkracht. In 'Meester Marijn' neem ik je mee de klas in en vertel ik over mijn avonturen in het onderwijs.

“Hoi Marijn. Ik had vanochtend een gesprek met de moeder van Mei Ying en zij vertelde dat Mei Ying zo verdrietig was toen ze hoorde dat je wegging. Ze mist je. Voor ons een signaal om vaker Google Translate in te zetten tijdens de communicatie met Mei Ying.”

Ik zit met de tranen in mijn ogen na dit berichtje van mijn mentor. Het is bizar wat je in twee weken voor een kind kan gaan betekenen. Het is ook heel fijn als je van volwassenen waardering krijgt voor wat je doet. Kinderen zijn daar vaak stukken beter in.

Wie onderwijst wie?
We schrijven inmiddels Pabo 2 en ik heb al heel wat stage achter de rug. Maar de aankomende stageperiode is een speciale. Ik loop niet twee weken mee in een reguliere groep, maar in een NT2-groep. In deze groep zitten kinderen die net in Nederland zijn. In deze klas leren ze de taal en de cultuur kennen en na een jaar stromen ze door naar een leeftijdsgroep.

Het is een zeer diverse groep. De jongste is 7 jaar, de oudste 12. Het ene kind zit al bijna een jaar in de groep en spreekt goed Nederlands, het andere kind is er net een paar weken en struikelt over de eerste woordjes. Er zitten kinderen met ver uiteenlopende achtergronden. Een oorlogsvluchteling uit Irak, kinderen van expats uit Maleisië, economische vluchtelingen uit Ghana of simpelweg Franse immigranten. Alleen al deze klas binnenlopen is een wereldreis. Geen van deze kinderen rekent elkaar af op ras, huidskleur, religie, taal, prestaties of gebruiken. Wie zegt dat wij volwassenen de kínderen moeten onderwijzen?

De k van ik
Eén van de eerste kinderen die me opvalt is Mei Ying. Eigenlijk valt ze helemaal niet op. Het is een Chinees meisje van 11 en ze is stil en introvert. Logisch, het aantal weken dat ze in Nederland is is op één hand te tellen en het aantal weken op school is nog minder. Ze kan geen Engels en in het Nederlands worstelt ze nog met de k-klank van ‘ik’. Dat stelt me voor een totaal nieuwe onderwijsuitdaging: hoe praat je überhaupt met dit kind?

Ik vind het fijn dat er in deze kleine klas zoveel aandacht is voor het individuele kind. Maar ondanks dat, blijft het voor dit lieve, slimme meisje een ontzettend moeilijke tijd. De kinderen spelen met haar, de juffen geven haar genoeg aandacht, maar hoe eenzaam moet het zijn om omringd te zijn door mensen die je niet verstaat. Ik probeerde eerst met handen en voeten toenadering te zoeken en mezelf duidelijk te maken, maar toen ik Mei Ying wat complexere vragen wilde stellen, zocht ik mijn toevlucht toch elders.

Tùzǐ
Ik pak mijn telefoon uit mijn zak, open Google Translate en typ mijn vraag in. Ze begrijpt me niet. Shit, verkeerde Chinees. Ja, nu gaat het beter. Ze begrijpt nu eindelijk mijn uitleg en kan verder met haar werk. Dan wil ze iets anders aan mij vragen. Ik open opnieuw Translate en zet de microfoon aan. Ik gebaar haar om te praten. Opnieuw begrijpen we elkaar. Ik versta Mei Ying eindelijk en er is eindelijk iemand die haar verstaat.

In de twee weken gebruik ik elke dag Google Translate voor de communicatie met Mei Ying. Ik leg het intelligente meisje lesstof uit, zij stelt me honderd vragen. Ik leer haar Nederlandse woorden en zinnen die ze nog lang niet hoeft te kennen, maar zij pikt het razendsnel op. Tijdens de paaslunch op school leert ze me het Chinese woord voor konijn, tùzǐ. Ik stel persoonlijke vragen. Ze glundert trots van oor tot oor als ik vraag of ik foto’s mag maken voor mijn vriendin; de tekeningen (zie afbeeldingen onder/zij) van dit elfjarige, kunstzinnige meisje zijn virtuoos. We hebben het fijn.

De gele rugtas
Ik geniet van de 14 dagen in deze multiculturele klas. Ze vliegen voorbij. Ik genoot van het contact met Mei Ying en de andere twaalf kinderen die hier zijn verzameld uit alle hoeken van de aarde. Ik genoot ervan dat ik de kinderen heel veel individuele aandacht kon geven. Ik genoot van de leergierigheid van deze kinderen.

Op de laatste dag vertel ik voor de klas dat het mijn laatste dag is en dat ik hierna niet meer terugkom. Er komen teleurgestelde reacties en lieve bedankjes. Dan is de schooldag voorbij en is mijn stage voorbij. Ik ga bij de deur staan en geef alle kinderen één voor één een boks. Dan komt Mei Ying langs. Ze geeft me haar meest stralende glimlach en roept enthousiast het zinnetje waar we deze week samen op hebben geoefend: ‘Tot morgen!!’

Het maakt nu even niet uit dat het vrijdag is, maar ik schud verschrikt nee. Snel pak ik nog één keer mijn telefoon, open Translate en typ: ‘Dit was mijn laatste dag in deze klas. Ik kom niet meer terug.’ Ik laat het haar lezen. De verandering in het gezicht van Mei Ying zal ik nooit vergeten. Het zit diep in mijn meesterhart gekerfd en zal me er lang aan herinneren wat je als leerkracht voor een kind betekent.

De vrolijke, stralende glimlach verdwijnt in één klap en ze kijkt me geschokt aan. Tot mijn verdriet en verbazing zie ik pijn in haar donkere ogen. De droefheid spoelt over haar gezicht en ik hoor de fladderende vrolijkheid die ik ken van Mei Ying in haar schoenen storten. Het voelt alsof ik haar verraad. Het doet me pijn. Ik wil zeggen dat ik haar ook ga missen, maar weet niet hoe. Ze geeft me een vlugge knuffel, doet haar gele rugtas op en loopt weg. Ze kijkt nog een keer om.

“Ik had vanochtend een gesprek met de moeder van Mei Ying. Ze mist je.”

Als je niet met elkaar kunt praten, spreek dan de taal van het hart.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.