Meester Marijn #6: Muizentrapjes

Gepubliceerd op 5 mei 2025 om 18:26

In 2021 stapte ik het onderwijs in. Eerst als onderwijsassistent, op het moment van schrijven als pabo-student en straks hopelijk als gediplomeerd leerkracht. In 'Meester Marijn' neem ik je mee de klas in en vertel ik over mijn avonturen in het onderwijs.

Stage lopen bij de kleuters. Er zijn makkelijkere starten op de Pabo. In mijn eerste periode loop ik in groep 1/ 2 stage in een klas van 32 leerlingen. Meestal worden ze in de loop van de dag gesplitst in groep 1 en groep 2, waarbij mijn focus lag op groep 2. Ik word fijn begeleid door mijn mentoren en heb een superfijne tijd.

Ik leer veel. Over het onderwijs, over de omgang met kleuters, over organisatie en over hoe je les kan falen als je het niet goed bedenkt. Gelukkig gaan de meeste van mijn lessen wel goed. Zo geef ik in de eerste van mijn twee weken stage een leuke les beeldende vorming waarin de kinderen een paddenstoel moesten kleien. Ik merk al snel dat je kleuters zo om je vinger windt als je een goed verhaal vertelt.

Het is een leuke klas. Natuurlijk zitten er de moeilijkere kinderen bij, die slecht luisteren of er vaak doorheen praten. Niks nieuws onder de zon. Ik geniet van de enorme dankbaarheid van sommige kleuters, die meteen open zijn. Ik geniet van het winnen van het vertrouwen van andere, meer teruggetrokken kinderen, die pas richting het eind van de tweede en laatste week dichterbij durfden te komen.

Contactgestoord

En er was Norah. Norah is een geval apart. Ze roept vaak door de klas, maakt gekke geluidjes en vindt het ontzettend moeilijk om niet te bewegen. Norah loopt vast en raakt overstuur als ze je niet begrijpt en ze wordt zelf vaak ook niet begrepen. Norah heeft ASS. Contactgestoord is ze zeker niet. Op de eerste dag zei ze al dat ze me een lieve meester vond. Ik had waarschijnlijk drie zinnen met haar gewisseld. Maar ze zag me. En ik probeerde haar te zien.

Toch vond ik het soms lastig om met haar om te gaan. Haar gedrag is namelijk heel logisch, maar zorgt wel regelmatig voor onrust. Als zij immers door de klas mag roepen, denken andere kinderen, mogen zij het ook. En soms reageert ze heel anders dan je verwacht. Zo hielp ik haar per ongeluk overstuur door tijdens een lesje links-rechts bewust kinderen te laten zien wat er gebeurt als je ze door elkaar haalt: ze botsen tegen elkaar.

Norah was vooral vaak aanwezig door heel hard door de klas te roepen: ‘IK KAN HET NIEEEET!’. Schoenen aandoen, jas aandoen, een paddenstoel kleien, een eikeltje vouwen, een spinnenweb tekenen. ZE KON HET ABSOLUUT NIET. Een kleutertje, en nu al een laag zelfbeeld. Het brak mijn hart een beetje. Het was soms frustrerend, omdat ze hulp in eerste instantie vaak weigerde. Maar toch was dit de voedingsbodem voor het hoogtepunt van mijn stage.

Muizentrapjes

Het is de laatste vrijdag, mijn laatste ochtend in de groep van deze stageperiode. Ik zit met Norah, Jos, Charlotte en Yorn om tafel om een spin te knutselen. Ze tekenen een web, knippen een spin uit, geven hem ogen en tenslotte acht poten. Deze moeten ze maken van muizentrapjes: je vouwt twee stroken papier om en om over elkaar en je hebt poten.

Het zijn de laatste vier kinderen die de spin nog moeten maken en stuk voor stuk snappen ze geen snars van de muizentrapjes. Jos had gisteren al een mental breakdown. Nu snapt hij het, maar gaat hij klieren, waardoor ik nauwelijks kan uitleggen aan Norah en Charlotte die in koor en ombeurten schreeuwen DAT ZE HET NIET KUNNEN. Yorn moet de hele opdracht nog uitgelegd krijgen, omdat hij de hele week ziek is geweest.

Als ik Jos even aan een tafel apart zet na hem meermaals te hebben aangesproken op zijn gedrag, heb ik tijd voor de andere drie. Ik leg Yorn kort de eerste stappen van de opdracht uit en focus me dan op een woedende – op zichzelf – Charlotte en een overspannen Norah. Ik maan eerst mezelf tot kalmte en ga dan stapje voor stapje het vouwen van de muizentrapjes laten zien. Ze doen met me mee en hoe vaker ze het doen, hoe beter het gaat. Ik uit mijn oprechte trots als Charlotte zelfstandig aan de slag gaat. Ze glundert van oor tot oor en kijkt ijverig naar haar spin vanachter haar brilletje, die standaard op het puntje van haar neus staat.

Overwinning

Dan kan ik al mijn aandacht richten op Norah. ZE KAN HET NOG STEEDS NIET, beweert ze. Ik ga samen met haar vouwen, allebei een muizentrapje. Ik maak met haar de afspraak dat ik ook pootjes voor haar zal vouwen, zolang ze zelf ook blijft doorvouwen. Slechts één keer heb ik haar moeten herinneren aan haar afspraak, verder is ze geconcentreerd en ijverig aan de slag geweest. En dat is al een hele overwinning voor een kind met ASS.

Maar haar grootste overwinning moest nog komen. Het vouwen van het zesde pootje ging de mist in toen ze scheef vouwde, het vergat om en om te doen en tenslotte het hele muizentrapje uit elkaar viel. Het cassettebandje in haar complexe hoofdje werd meteen geactiveerd: “IK KAN HET NIET! IK KAN HET NIET”.

Maar iets in haar herinnerde hoe ze in de afgelopen uren toch iets had geleerd. Ze herinnerde misschien hoe ik op haar in bleef praten dat ze het wel kon, maar dat ze door moest gaan met oefenen en dat ik haar zou helpen. Ik weet niet of het door mijn woorden, geduld en persoonlijke aandacht kwam, maar iets in haar geloofde in zichzelf. “Oh nee”, zei ze direct na “IK KAN HET NIET!”. “Ik kan het wel, het lukt nu alleen even niet.”

Op die vrijdagochtend maakte Norah een kleine, maar belangrijke stap in haar zelfvertrouwen en zelfbeeld. Een muizentrapje in de goede richting. Ik hoop dat ze die kant op blijft lopen, al vrees ik voor het onbegrip waarop ze in haar leven zal stuiten. Ik herken me een beetje in haar. Ik kan het ook nooit, totdat ik het probeer. Zij inspireert me met haar woorden én daden. Ze overtuigde zichzelf, ze zette door en samen vouwden we acht muizentrapjes voor acht spinnenpoten. Ik geef haar een high five. Ik ben trots. Zij is trots. Samen glunderen we van oor tot oor.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.